vragen webinar wet bestuur en toezicht

Op vrijdag 3 april jl. heeft DNA in samenwerking met: mr. Coen Brouwer, Ministerie Justitie en Veiligheid, mr. Jelle Terpstra, Liance Legal en mr. Frank Drost, Allied Advocaten een webinar georganiseerd over het wetsvoorstel WBTR. Tijdens het webinar was er de mogelijkheid tot het stellen van vragen. Een aantal vragen is door de sprekers tijdens het webinar reeds kort beantwoord en tegelijkertijd is er aangegeven nog nader op deze vragen terug te zullen komen.

De vragen zijn nu per thema ingedeeld en worden in de komende weken met een kleine toelichting door Jelle Terpstra en Frank Drost beantwoord. Daarmee vertrouwen wij er op dat de belangrijkste wijzigingen van de wet Bestuur en Toezicht ‘behapbaar’ aan bod komen, aansluitend bij de praktijk van de deelnemers aan het webinar.

Als eerste thema komt nader aan de orde: Raad van toezicht (RvT) / Raad van Commissarissen (RvC)

Veel van de gestelde vragen richten zich op dezelfde kernvragen, zoals:

“ Kan een ingerichte Raad van advies ook worden gekwalificeerd als een RvC /RvT na invoering van de WBTR?

“ Kan de ALV/Ledenraad ook de rol van de RvC vervullen richting het bestuur? “

Wat er gaat veranderen na invoering van de WBTR, is dat het RvC-begrip en de bijbehorende wettelijke bepalingen en bevoegdheden voortaan voor elk toezichthoudend orgaan bij elke rechtspersoon gelden, ongeacht de naam van het orgaan. Voldoet het toezichthoudend orgaan aan het RvC-begrip, dan valt zij onder de wettelijke regeling en krijgt zij dienovereenkomstige bevoegdheden, ongeacht dus de naam van het orgaan. Zo is een RvC bijvoorbeeld een raad van toezicht, raad van advies of raad van ‘wijze mannen en vrouwen’ die aan het RvC-begrip voldoet en daarop is de wettelijke RvC-regeling van toepassing. Door de Nota van Wijziging d.d. 28 november 2018 (hierna: Nota van Wijziging) mag de RvC ook als raad van toezicht worden aangeduid, om beter aan te sluiten bij de praktijk.

Volgens de Minister kwalificeert een bij de statuten ingesteld orgaan als een RvC wanneer aan dat orgaan de taak is opgedragen om toezicht te houden op het bestuur en de algemene gang van zaken van de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. Als de statuten voorzien in meerdere toezichthoudende organen die elk toezicht houden op een specifiek onderdeel van het beleid, zoals het financiële beleid, of een orgaan dat slechts tot taak heeft het bestuur te adviseren, dan zal er geen sprake zijn van een RvC.

Het is goed om te benoemen dat het wetsvoorstel op dit moment (nog) in behandeling is bij de Eerste kamer is.  Voor de behandeling in de Eerste kamer zijn nog vragen gesteld die overeenkomen met de vragen zoals die in of na het webinar zijn gesteld. Het wachten is dus op de beantwoording van deze vragen. Een kleine bloemlezing:
 

De leden van de GroenLinks-fractie zien dat het wetsvoorstel voor alle rechtspersonen expliciet de mogelijkheid opent om een Raad van Commissarissen in te stellen (eventueel onder een andere benaming). Dit is niet verplicht. Ook is er de mogelijkheid om te kiezen voor een monistisch bestuur, waarin uitvoerende en niet-uitvoerende bestuursleden zitting hebben. De keuzes zijn als een kan-bepaling geformuleerd. Dit betekent dat het de rechtspersonen vrij staat om van de mogelijkheid gebruik te maken. Impliceert dit dat de rechtspersonen ook geen van beide opties kunnen kiezen en kunnen (blijven) werken met één bestuur waarin alle leden uitvoerende taken hebben en er niemand is met expliciet toezichthoudende taken?

De leden van de fractie van de ChristenUnie zien het wetsvoorstel mede als een antwoord van de regering op eerdere ernstige voorvallen van verspilling van publieke middelen of wanbeleid in de zorg, bij woningbouwverenigingen en in het onderwijs

De regering schrijft onder meer dat kleinere stichtingen en verenigingen vaak geen behoefte zullen hebben aan het benoemen van interne toezichthouders. Zij (SGP) vragen zich af of die organisaties niet toch met die verplichtingen te maken zullen krijgen als zij wél een bepaalde kleinschalige vorm van intern toezicht hebben of een orgaan dat als zodanig zou kunnen worden gekwalificeerd. De leden van de SGP-fractie vragen een nadere duiding van de regering.

Zij (SGP) vragen hoe volgens de regering voorkomen kan worden dat, tegen de wens van de vereniging in, allerlei fundamentele bevoegdheden worden weggehaald bij de ledenvergadering doordat bijvoorbeeld een commissie die namens de ledenvergadering belast is met het dagelijkse toezicht op het bestuur en de algemene gang van zaken zich zou kwalificeren als raad van toezicht.

Deze vragen maken duidelijk dat er bij een aantal senatoren dezelfde vragen leven, als bij de deelnemers van het webinar.
 

Samenvattend

Het huidige wetsvoorstel is aanleiding het onderwerp ‘bestuur en toezicht’ binnen de eigen vereniging of stichting eens integraal op de agenda te plaatsen. De nieuwe wet heeft gevolgen voor de wijze waarop het toezicht dient te worden ingericht. Soms zal er nog geen of onvoldoende toezicht zijn ingericht in de vereniging of is de positie van de toezichthouder onvoldoende duidelijk bepaald. Het is dan ook aan te raden om binnen de vereniging of stichting niet te wachten op een eerste incident of misstand als gevolg van  gebrekkig toezicht. Ook is het aan te bevelen, wanneer er een adviesraad of adviescommissie is, de werkzaamheden daarvan goed vast te leggen, om verwarring met toezicht en het daarvoor geldende wettelijke kader te voorkomen.

Verder is het goed om op te merken dat een RvT/RvC wordt ingesteld om toezicht te houden op het bestuur van de vereniging. De ALV/ledenraad heeft een andere, bredere functie. Het verdient aanbeveling het toezicht apart en praktisch werkbaar te beleggen. 

Wij menen dat de introductie van de nieuwe wet een handvat kan zijn om de ‘governance’ binnen de vereniging of stichting eens goed tegen het licht aan te houden. Hoe is bet bestuur, het toezicht en het advies vastgelegd binnen de vereniging en hoe zouden wij dat willen in het perspectief van nieuwe regelgeving?  Wilt u hier begeleiding bij neem dan contact met ons op:  06 30 04 6682 (Jelle) of 06 14 41 1279 (Frank). 

De antwoorden op de gestelde vragen behorende bij dit thema zijn alleen te raadplegen door DNA leden. In de aankomende weken behandelen we per thema de overige vragen.