Als een vereniging of stichting een onderneming drijft, is zij vennootschapsbelastingplichtig en moet dan jaarlijks aangifte vennootschapsbelasting doen. Als er winst wordt gemaakt, is er vennootschapsbelasting verschuldigd. Welke risico’s loopt een bestuurder van een vereniging of stichting op het moment dat de vennootschapsbelastingplicht niet (tijdig) wordt onderkend?
De Belastingdienst heeft maximaal vijf jaar de tijd om (navorderings)aanslagen vennootschapsbelasting op te leggen als er ten onrechte een onjuiste of geen aangifte vennootschapsbelasting wordt gedaan. Dat betekent dat de Belastingdienst ruim de tijd heeft om een eventueel vennootschapsbelastingplichtige stichting of vereniging op het spoor te komen, op het moment dat er niet tijdig is verzocht om uitreiking van een aangiftebiljet vennootschapsbelasting.
Binnen 6 maanden en twee weken verzoeken om uitreiking van aangiftebiljet
Als er sprake is van het drijven van een onderneming, moet de vereniging of stichting binnen zes maanden en veertien dagen na afloop van het winstjaar zelf verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet vennootschapsbelasting op basis van art. 6 AWR en art. 2 Uitv.reg. AWR. Als dat niet tijdig gebeurt, kan de Belastingdienst een verzuimboete opleggen. Ook kan de Belastingdienst verzuim en/of vergrijpboetes opleggen voor het (opzettelijk) geen aangifte doen. Eventueel kan de Belastingdienst ook kiezen om tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. De bestuursleden lopen een risico om strafrechtelijk vervolgd te worden als niet (tijdig) aan de fiscale verplichtingen is voldaan. Als het resultaat van de stichting of vereniging beneden de € 15.000 uitkomt, hoeft er geen aangifte vennootschapsbelasting gedaan te worden. Dat betekent dat er ook niet verzocht hoeft te worden om uitreiking van een aangiftebiljet vennootschapsbelasting.
Geen aangifte betekent geen verliesbeschikking
De stichting of vereniging loopt ook risico’s dat bij de verliesjaren het verlies uiteindelijk niet bij beschikking wordt vastgesteld, als niet verzocht is om het uitreiken van aangiftebiljetten vennootschapsbelasting. Wil men de verliezen bij beschikking laten vaststellen, dan moet er aangifte vennootschapsbelasting worden gedaan en moet geopteerd worden voor vennootschapsbelastingplicht. Dat laatste moet gebeuren uiterlijk voor het opleggen van de definitieve aanslag vennootschapsbelasting. Als de Belastingdienst op een later moment navorderingsaanslagen oplegt, worden verliezen niet bij beschikking vastgesteld. Dit met als gevolg dat die verliezen niet voor verrekening in aanmerking komen. Dat betekent dat er teveel vennootschapsbelasting wordt betaald. De Belastingdienst zal 8% belastingrente berekenen over de verschuldigde vennootschapsbelasting. Ook een reden om tijdig aangifte vennootschapsbelasting te doen.
Doe aan risicobeperking zorg voor een fiscale opinie in de administratie
Als een bestuurder van mening is dat er geen sprake is van vennootschapsbelastingplicht, verdient het de voorkeur om een notitie te hebben in de administratie, waarin is uiteengezet waarom er geen sprake is van vennootschapsbelastingplicht. Bij een latere belastingcontrole kunnen de bestuurders van de vereniging of stichting daarmee laten zien dat ze niet opzettelijk hebben afgezien van het laten uitreiken van een aangiftebiljet. Daarmee wordt het risico op boetes bij het opleggen van aanslagen fors beperkt. Waar de vereniging of stichting nog wel een risico blijft lopen is de forse belastingrenteclaim met een rentepercentage van 8%. Willen de bestuursleden hier geen risico lopen, dan is vooroverleg met de Belastingdienst de enige mogelijkheid. Vraag de Belastingdienst te bevestigen dat er inderdaad geen sprake is van vennootschapsbelastingplicht.
Ewoud de Ruiter is fiscaal jurist en directeur van 3RRR Belastingadviseurs bv.