Werken VOOR EEN STERK NEDERLAND is wat anders dan LOBBY. Als het lukt om met leden tot een bijdrage aan het publieke belang te komen, wordt belangenbehartiging opeens een heel ander verhaal.
Door Egbert Stremmelaar, directeur Vereniging ION
Een kernactiviteit van een branchevereniging is het beïnvloeden van wet- en regelgeving. Omdat normaliter primair de belangen van de branche verdedigd worden, heeft dit inmiddels als woord – LOBBY - een negatieve klank gekregen. Dit is ook logisch, de belangen van de branche hoeven niet synchroon te lopen met de belangen van de BV Nederland. Of eigenlijk lopen ze zelfs vaak juist niet parallel. Kijk maar naar de recente uitzending van Radar (december 2017) over de rokerslobby. Veel belangenbehartigers kennen dossiers die vastzitten in een patstelling, met intern en vaak ook extern tegengestelde belangen. Hoe krijg je hier beweging in en ook nog eens in een goede richting? Dit is de strategie van Vereniging ION om dat te doen.
Voorbeeld
Om de strategie van Vereniging ION te tonen, gebruik ik het voorbeeld van Chroom VI. Voor niet-technisch/chemisch onderlegde lezers: het gaat om een voorbeeld. Vervang Chroom VI denkbeeldig door een eigen dossier. Ook bij ION is Chroom VI slechts één van de honderden stoffen die de komende jaren over het verenigingsbureau zullen gaan en slechts één van de tientallen dossiers die ION zal behandelen.
Patstelling
Ook in de oppervlaktebehandelende branche stond tot de oprichting van Vereniging ION (een fusie van meerdere brancheverenigingen op 1-1-2014) het branchebelang voorop en was de lobby vooral bedoeld om de bestaande situatie te behouden. Dat hield op dit dossier in: blijven toestaan van het gebruik van Chroom VI. De naderende autorisatie Chroom VI – bedoeld om het gebruik uiteindelijk te voorkomen - zorgde voor een verdedigingsreflex vanuit de branche. In 2011 had de toenmalige VOM nog een platform tegen het verbod op Chroom VI opgericht.
We hadden te maken met een tot op het bot verdeelde branche, een deel van de leden was vóór het verbod, want het gaf commerciële kansen, en een deel van de leden was tégen het verbod, want het bestaande businessmodel werd aangetast. Daarnaast ontweek de overheid het overleg met de brancheverenigingen. Immers wat ze in de branche niet wisten, daar konden ze ook niet tegen zijn, en konden ze dus ook niet tegenhouden. In de lobby ging de energie vooral uit naar het in de kruiwagen houden van de kikkers, dus vooral intern gericht. Helaas was er geen enkele invloed op het beleid in Den Haag en Brussel. De conclusie van het pas opgericht ION bestuur: dat moest dus anders.
Totaal anders
Bij de oprichting van Vereniging ION is gekozen voor een totaal andere aanpak. We kijken nu naar de belangen van de BV Nederland, en stemmen de mogelijkheden van de branche daarop af. We noemen dat een holistische benadering. Wat betekent dat in dit voorbeeld concreet?
Vanuit het belang van de BV Nederland moet gezamenlijk gewerkt worden aan veilige werkomstandigheden voor de werknemers, het beschermen van de consument en aan het behoud van een goed milieu. Dit staat duidelijk op gespannen voet met een algemeen en ongecontroleerd gebruik van Chroom VI, dat een gevaarlijke stof (kan kanker veroorzaken) is. Tegelijk is het voor de welvaart van Nederland, en dan met name voor de maakindustrie, van cruciaal belang dat we wél Chroom VI kunnen blijven gebruiken totdat we alternatieven voorhanden hebben. Die zijn nog niet voor alle toepassingen voorhanden. Wel is het in veel gevallen mogelijk om veilig met Chroom VI te werken, dus zonder blootstelling aan de stof en zonder dat de stof in het milieu terecht komt.
Twee sporen strategie
Vanaf 1 januari 2014 heeft Vereniging ION ingezet op twee sporen: vervangen als het kan, autoriseren als het moet. Deze tweesporenstrategie heeft als doel dat we met de oppervlakte behandelende industrie de maakindustrie kunnen blijven bedienen met kwalitatief hoogwaardige producten tegen een concurrerende prijs in het internationale werkveld
Spoor 1: vervangen als het kan
We willen dat Nederland zo veilig mogelijk is en zo milieu vriendelijk mogelijk werkt. Voor diverse toepassingen van een te autoriseren stof zijn mogelijk al bewezen alternatieven beschikbaar. Een bewezen alternatief is veilig te gebruiken, is technisch uitontwikkeld en financieel realistisch. Hierbij wil ION wel dat er rekening wordt gehouden met de (redelijke) investeringscyclus van een bedrijf zodat er geen (substantiële) kapitaalsvernietiging is. Dat laatste uiteraard binnen de contouren van veilig werken.
Spoor 2: autoriseren als het moet
Autorisatie is niet meteen een totaal verbod op het gebruik van, maar een vergunningensysteem voor een gecontroleerd gebruik van SVHC stoffen (Substances of Very High Concern). Daar waar voor een toepassing nog geen bewezen alternatief is moet een onderneming de processen kunnen blijven uitvoeren met de SVHC stof. Hierbij dient dan uiteraard wel de veiligheid van mens en milieu gewaarborgd te zijn.
De branche verplicht zich (en daarmee dus ook het betreffende bedrijf en haar leverancier) om te blijven zoeken naar geschikte alternatieven. Innovatie wordt door de branchevereniging gestimuleerd. De autorisatieperiode dient dan wel een realistische weergave te zijn van de termijn waarin een alternatief verwacht kan worden. De wijze van het aanvragen van een autorisatie is momenteel erg kostbaar, is tijdsintensief en vraagt bij de ‘downstream user’ veel detailkennis. Hier moeten wat Vereniging ION betreft de nodige aanpassingen in komen.
Weer in gesprek
Omdat met deze stellingname de branche niet meer tegen progressief beleid was, maar actief wil bijdragen aan het sterker maken van de BV Nederland (en daar waar relevant Europa) was er voor de overheid voldoende reden om het gesprek met de branchevereniging weer te gaan voeren. Immers wat kan er wel en wat kan er (nog) niet? Hoe zorgen we er gezamenlijk voor dat er wel veilig gewerkt wordt en toch de verdienkracht van Nederland niet aangetast wordt?
Win win
Door deze aanpak en de intensieve dialoog die er momenteel met de overheden in Den Haag en Brussel alsmede met het bevoegd gezag in Nederland wordt gevoerd, is veel begrip ontstaan. Daardoor is de wet- en regelgeving progressiever dan vooraf werd verwacht. Maar ook sluiten de invoerings- en overgangstermijnen, alsmede het toestaan van veilig gebruik in deelsectoren beter aan bij het veranderingsvermogen van de branche. Zo is de autorisatie van Chroom VI in september 2017 tot stand gekomen. Het feit dat de branchevereniging het voortouw neemt in veilige werkwijzen, heeft ook tot gevolg dat het draagvlak voor veranderingen groter wordt en er betere systemen ontstaan die minder gezien worden als een administratieve last, maar meer als een zinvolle tool met zo min mogelijk tijd- en geld consumptie. En daar waar zaken dan toch nog uit de bocht vliegen kunnen er door de korte lijnen snel acties worden geïnitieerd die tot relevante oplossingen leiden.
Nationale Stoffendag
Samenwerking zoek je als branchevereniging overigens niet alleen in de keten, maar ook horizontaal wordt er veel samengewerkt. In totaal werkt Vereniging ION met ongeveer 150 relevante entiteiten. Een voorbeeld is de nationale Stoffendag die door 10 brancheverenigingen gezamenlijk wordt georganiseerd. Ook de Ministeries van SZW en I&W waren in december op deze dag aanwezig, evenals de inspecties ILT en ISZW. Het was mooi om te constateren dat er vanuit het bevoegd gezag gemeld werd dat door de verandering van strategie van branchevereniging ION er nu een betere dialoog tussen de diverse stakeholders is en dat er daardoor zaken bereikt worden die 4 jaar geleden niet voor mogelijk werden gehouden. Met de nu gevoerde werkwijze is de veiligheid van mens en milieu beter gediend en de continuïteit van de bedrijven beter gewaarborgd. Dat alles VOOR EEN STERK NEDERLAND.
Meer over de inspectiefocus
Rapport van de Inspectie
op youtube
Deel 1; de applicateur
Deel 2; de toeleverancier
Deel 3; de branchevereniging