Rutte: ”Maak de Europese dienstenmarkt nu echt open. Er zijn nu 5000 beschermde beroepen in de EU. Dat zijn 50 miljoen mensen, 22% van alle werkenden. Schaf die beschermde beroepen af. Alleen waar veiligheid, gezondheid en consumentenbescherming aan de orde zijn zouden we nog specifieke en bindende eisen moeten stellen. Notarissen en architecten, om er maar eens twee te noemen, hebben geen nationale bescherming nodig. Maar aan een notaris die in een ander EU-land gaat werken, mag natuurlijk wel een taaleis worden gesteld. …”
Door Peter Noordhoek
De speech van Rutte over de toekomst van de EU op 2 maart in Berlijn was redelijk lang en moest concurreren met de speech van Theresa May die op hetzelfde moment plaatsvond. Toch doet de speech ertoe, zoals blijkt uit het citaat hierboven. Een eind in zijn speech kwam Rutte met negen voorstellen die de werking van de EU kunnen verbeteren. Het eerste voorbeeld is direct raak. De zon moet zakken over het rijk van de beschermde beroepen.
Waar heeft Rutte het over?
Naar ik weet, loopt het Nederlandse notariaat voorop in het goed aan elkaar schakelen van notariële wetgeving en dienstenverkeer – wat overigens heel wat meer vergt dan alleen taalvaardigheid. In het kader van het internationale samenwerkingsverband van het notariaat, de CNEU, worden er, mede door de Nederlandse inbreng, grote stappen gezet, maar het kan inderdaad nog wel wat sneller. Datzelfde geldt voor de bescherming van andere beroepen. Lang niet elke vorm van beroepsbescherming is zinvol, zeker niet als het om de bescherming van beroepen gaat die niet tegen de concurrentie op kunnen in breder EU-verband. Zo is vaak betoogd dat de wijze waarop Italië haar beroepen bewaakt een belangrijke rede is waarom daar de noodzakelijke vernieuwing maar niet wil slagen. En zo heeft elk land wel redenen voor beschermingsconstructies. Daarom zegt Rutte: ‘Schaf de beschermde beroepen af!’
Tegenwerpingen
Dat klinkt krachtig. Even verderop zegt hij dat de Europese Unie 1000 miljard laat liggen door met name het vrije verkeer van diensten niet genoeg te stimuleren. Dat is een groot bedrag (als de cijfers kloppen). Toch is het wel erg kort door de liberale bocht wat Rutte hier te berde brengt. Een paar tegenwerpingen:
- Het voorstel getuigt van bar weinig besef van wat ervoor nodig is om een beroep te laten groeien. Toestaa dat iedereen even weinig weet, is geen slimme manier om Europa beter te laten concurreren. Specialisme komt niet goedkoop in een kenniseconomie en verdient wel degelijk bescherming.
- Het voorstel getuigt van overheidscentrisme. De beperkingen die mogen blijven, zijn typisch beperkingen die door overheden worden ingesteld maar er zijn nog talloze andere redenen die overheden hebben om beroepen te reguleren – en af te schermen van andere landen. Het is niet moeilijk te voorspellen dat overheden nog de meeste hindernissen zullen opwerpen om beroepen echt minder beschermd te maken.
- Het voorstel overschat de effectiviteit van het weghalen van de bescherming. Zo zijn recent de Productschappen (PBO’s) afgeschaft. Het gevolg: grote desoriëntatie, te weinig preventieve actie en een overmaat van acties die door de toezichthouder, de NVWA, moet worden opgevangen, alwaar de specialistische kennis onvoldoende aanwezig is om tijdig in te grijpen. Tel uit je winst. Hoe slim is het om de bescherming er af te halen?
- Het voorstel ontkent het publieke element in veel beroepen: de ethos. Een eed afnemen is nooit genoeg; het moet al bij de opleiding in de botten gaan zitten. Rutte noemt de notarisfunctie als een waar de bescherming wel vanaf kan. De bescherming van het beroep is echter door de overheid zelf in het leven geroepen en niet door de beroepsgroep. De geschiedenis van het notariaat laat daarbij bij herhaling zien dat het weghalen van de regulering niet goed uitpakt. De vraag of het notariaat zelf haar publieke rol altijd voldoende serieus neemt, mag zeker gesteld worden, maar dat is een ander verhaal dan de bescherming er af halen.
- Het voorstel is niet erg consistent, gegeven de context van de lezing. Er zijn grote verschillen wet- en regelgeving, ook waar deze de beroepen betreffen. Op dat punt valt zeker veel winst te behalen. Tegelijk kiest Rutte consequent voor de inter-gouvernementele lijn. Dat kan dan even gaan duren.
Weging van een voorstel
Nogmaals, er is niets op tegen om de bescherming aan te passen als dat tot een beter verkeer van diensten leidt binnen de EU. De verschillen in regelgeving tussen de landen, zowel publiek als privaat, zijn te groot om goed te zijn voor het beoogde vrije verkeer van diensten. Als tegelijk de nodige lagen bureaucratie kunnen worden geschrapt binnen de landen zelf, ook in de wijze waarop we beroepen beschermen, dan is dat helemaal welkom. Daarbij twijfel ik er ook geen moment aan dat er economen zijn die tot achter de komma kunnen berekenen hoeveel meer welvaart de afschaffing van de bescherming in hun ogen op zal leveren. Maar willen we werkelijk het soort marktwerking dat we tot nu toe hebben gehad? Een marktwerking die een paar grote bedrijven en overheidsinstellingen oplevert en voor het overige veel, heel veel kleine bedrijven die allemaal te kleine marges hebben om zich te kunnen onderscheiden van de ander? Is een markt waarin diversiteit de toon zet niet veel beter (en Europeser) op de langere termijn? Ook de diversiteit die voortkomt uit kwaliteit, ranking en bescherming? Het is maar een vraag en mijnheer Rutte, wat dat betreft roept uw voorstel meer vragen op dan antwoorden.
Peter Noordhoek is promovendus op het terrein van Trusting associations