Samen met tien andere grote sportbonden, bouwt de KNVB aan een flexibele pool van onafhankelijke sportconsultants. Het doel: gebruikmaken van de beste professionals en samen de kwaliteit verbeteren. ‘Zo tillen we de hele sportbranche naar een hoger niveau.’
‘Kijk je naar de arbeidsmarkt van morgen, dan gaan de technologische ontwikkelingen enorm snel. Dat vereist specialisten en die krijg je nooit allemaal onder één dak’, zegt Leo Witvliet, emeritus hoogleraar interim management aan Nyenrode Business Universiteit. ‘De economie kan niet meer draaien op het klassieke idee van vaste banen. Bedrijven moeten gaan samenwerken, want pas dan kun je talent goed ontwikkelen. Om vooruit te komen, moet je kennis delen.’
Dat merken ze ook bij de KNVB. Een bestuur van een sportvereniging moet ervoor zorgen dat de club goed draait. Maar door maatschappelijke ontwikkelingen is die taak de laatste jaren een stuk ingewikkelder geworden. ‘Bestuurders hebben meer kennis nodig en kunnen wel wat ondersteuning gebruiken’, zegt Sjors Brouwer, programmamanager van de KNVB. ‘Clubs moeten voldoen aan strengere regelgeving, er is sprake van individualisering, het is lastiger om vrijwilligers te vinden en leden hebben hogere eisen.’
KNVB-consultants
Om voetbalclubs te helpen bij de veranderingen zet de KNVB consultants in, mensen die ervaring hebben in het verenigings- of bedrijfsleven. In eerste instantie schakelde de voetbalbond die consultants zelf in, maar dat liep niet gesmeerd. ‘Zo bleek de kwaliteitsontwikkeling een grote uitdaging en daarnaast leverde het een hoop administratieve rompslomp op’, vertelt Brouwer.
De KNVB ging op zoek naar een beter concept. Brouwer bedacht daarop, samen met collega’s van NOC*NSF en Berend Rubingh, het Sport Professional Netwerk (SPN). Met tien andere grote sportbonden bouwt de KNVB nu aan een pool van onafhankelijke sportconsultants. Het doel van die flexibele schil is om gebruik te maken van de beste professionals en gezamenlijk het niveau van deze consultants te bewaken en te verhogen. Brouwer: ‘Consultants werken met elkaar samen en komen niet alleen meer bij de voetbalclubs, maar ook bij andere sportverenigingen. Zo leren ze van elkaar.’