Iets meer dan de helft van de Nederlandse jongeren van 15 tot 25 jaar zet zich wel eens in als vrijwilliger. Ook is meer dan de helft actief in het verenigingsleven. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn, dat in de periode 2012 tot en met 2017 is afgenomen onder meer dan 45 duizend personen van 15 jaar of ouder.
In hoeverre participeren jongeren in de maatschappij? Het CBS stelt dit ondermeer vast aan de hand van participatie op twee verschillende niveaus: sociale contacten en maatschappelijke activiteiten. Uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn blijkt dat meer dan de helft van alle 15- tot 25-jarigen (51 procent) zich minimaal een keer in een jaar maatschappelijk inzet als vrijwilliger. Jonge mannen en vrouwen doen dat even vaak. Jongeren doen daarmee iets vaker dan volwassenen (49 procent) aan vrijwilligerswerk.
Met 56 procent is een duidelijke meerderheid van de jeugd actief in het verenigingsleven. Dat is bij de jonge mannen met 60 procent groter dan bij de jonge vrouwen, van wie 51 procent actief is. Bij alle andere leeftijdsgroepen is een minderheid actief in het verenigingsleven.