Brancheorganisatie LBKR ziet alle commotie rond het omvallen van rijschool Aalbregt met lede ogen aan. Normale lesprijzen, lessen ondernemerschap in de instructeursopleiding, betere voorlichting aan de consument en eindelijk dan toch eens de komst van een rijscholenregister zijn allemaal zaken die volgens de vereniging kunnen helpen om dit soort uitwassen te voorkomen.
De situatie rondom de verkeersschool in Zoetermeer is volledig uit de hand gelopen, vindt de organisatie, nu de rijschoolhouder moet onderduiken vanwege alle bedreigingen. Afgelopen weekend riep zelfs de politie op om te stoppen met intimidaties aan het adres aan de rijschoolhouder op social media. “Gedupeerd zijn is geen vrijbrief voor doodsbedreigingen”, meent LBKR. Maar dat een rijschool zo plotseling moet stoppen door financiële problemen, is niet nodig.
Falend beleid
“Dat het geen vetpot is de rijschoolbranche, is vooral onder degenen die langer in de branche werkzaam zijn, algemeen bekend. Maar ‘zomaar’ failliet gaan, is in de rijschoolbranche niet nodig. Conclusie van LBKR is dan ook dat de oorzaak van het faillissement heel simpel is, namelijk falend beleid van het management van de rijschool”, stelt de vereniging in een persverklaring. Dat lijkt Aalbregt in een toelichting op zijn eigen website en in een interview met Omroep West zelf ook te erkennen.
Een minimale lesprijs zou volgens LBKR zeker rond de 50 euro per uur dienen te zijn om een financieel gezonde rijschool te kunnen runnen, waarin alle belangrijke zaken op orde zijn. De tarieven die Aalbregt vroeg, zaten daar volgens de vereniging ver onder. Het probleem is dat veel kersverse instructeurs niet echt beschikken over ondernemersvaardigheden als ze starten met een rijschool. “Het zou goed zijn wanneer iedere instructeur tijdens de opleiding les krijgt in maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, waarin ook het onderwerp lesprijscalculatie wordt meegenomen.”
Politiek
Het bijscholingstraject ziet LBKR niet als een goed middel om “rotte appels” uit de branche te halen. Er zijn andere maatregelen nodig. De brancheorganisatie pleit al jaren voor een kwaliteitsregister en een kwaliteitscommissie. De voorstellen staan ook vermeld in het manifest dat de vereniging in 2017 aanbood aan de Tweede Kamer. Als zo’n commissie er al was geweest, had zij kunnen ingrijpen bij de Zoetermeerse rijschool. De brancheorganisatie voelt zich daarin gesteund door de politiek, die wat meer in beweging lijkt te komen.
Eind vorig jaar werd er in de Tweede Kamer een motie van D66 aangenomen met het voorstel om de mogelijkheden voor een rijscholenregister te onderzoeken. En eind vorige week heeft Kamerlid Gijs van Dijk van de PvdA vragen gesteld aan minister Van Nieuwenhuizen. Van Dijk wil dat het kwaliteitskeurmerk en klachtenmeldpunt, waar de Tweede Kamer in 2014 al mee instemde, er dit jaar nu ook echt gaan komen.
Kwaliteit
Hoe triest de hele nasleep van de problemen bij Aalbregt ook is, LBKR-voorzitter Jos Post hoopt dat het onderwerp kwaliteit van de rijschoolbranche nu weer op het netvlies van de overheid komt te staan. Dat ook consumenten nu zelf vragen om een keurmerk, zoals in een petitie die aantal gedupeerden vorige startte, vindt hij alleen maar positief. “Als de consument er niet om vraagt, komt het er niet. En wellicht moet de overheid het verplicht stellen.”
Dat de branche weinig lijkt te voelen voor zo’n keurmerk, zoals eerder dit jaar bleek uit een poll van RijschoolPro, vindt hij niet zo gek. Dat heeft volgens hem tijd nodig. “Onze branche loopt niet zo snel ergens warm voor.” LBKR is betrokken geweest bij het opzetten van het Rijleskeurmerk, dat in handen is van het onafhankelijke Centrum voor Certificatie, dat niet alleen de certificatie verzorgt, maar ook de jaarlijkse controles. Het keurmerk is begin dit jaar gelanceerd. Er zijn nu zes rijscholen met een certificaat.